-
1 een bewijs van goed zedelijk gedrag
een bewijs van goed zedelijk gedragDeens-Russisch woordenboek > een bewijs van goed zedelijk gedrag
-
2 bewijs
♦voorbeelden:een vernietigend bewijs • une preuve accablanteover het bewijs beschikken • tenir la preuvehet bewijs is dat … • la preuve en est que …het bewijs leveren dat … • prouver que …ten bewijze van • à titre de preuvebewijs uit het ongerijmde • preuve par l'absurdetot het bewijs van het tegendeel • jusqu'à preuve du contraireeen bewijs van trouw • un gage de fidélitéeen bewijs van afgifte • un certificat de dépôteen bewijs van goed gedrag • une attestation de bonne conduite〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 een bewijs van goed zedelijk gedrag • un certificat de bonne vie et moeurseen bewijs van lidmaatschap • une carte de membreals bewijs van erkentelijkheid • en signe de reconnaissanceals bewijs van eer • à titre honorifiquebij gebrek aan bewijs • faute de preuvesbewijs van ontvangst • reçu -
3 certificat
certificat [sertiefiekaa]〈m.〉1 getuigschrift ⇒ bewijs, schriftelijke verklaring, diploma♦voorbeelden:1 certificat d'aptitude professionnelle • einddiploma technische school, vakdiplomacertificat d'aptitude au professorat de l'enseignement secondaire • eerstegraadsbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs; 〈 België〉 aggregatie van het hoger secundair onderwijscertificat d'aptitude pédagogique • diploma van pedagogische vormingcertificat d'arrêt de travail • arbeidsongeschiktheidsverklaringcertificat de complaisance • vals attestcertificat de dépôt • bewijs van afgiftecertificat d'études primaires • bewijs van met goed gevolg doorlopen lager onderwijscertificat d'indigence • bewijs van onvermogencertificat de milice • dienstplichtverklaringcertificat de résidence • vestigingsbewijs, -vergunningcertificat de travail • werkverklaring, -vergunningcertificat de bonne vie et moeurs • bewijs van goed (zedelijk) gedrag; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 bewijs van goed zedelijk gedragcertificat authentique • certificaat van echtheidcertificat médical • geneeskundige verklaring, doktersattestmgetuigschrift, certificaat -
4 certificat de bonne vie et moeurs
certificat de bonne vie et moeursDictionnaire français-néerlandais > certificat de bonne vie et moeurs
-
5 Leumundszeugnis
-
6 Unbescholtenheitszeugnis
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Unbescholtenheitszeugnis
-
7 moralité
moralité [morraalietee]〈v.〉1 moraliteit ⇒ zedelijkheid, morele waarde♦voorbeelden:homme d'une moralité irréprochable • man van onberispelijk gedragf1) moraliteit, zedelijkheid
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский